top of page

De Strenge Vorst


Aan de slootkant klampt zich een nacht ijs.

Ochtenddauw vriest het landschap wit.

De aarde rilt van de strenge vorst.

Een schrikbewind staat in het gelid.

Snijdende kou, kracht van de kilte,

de wapens van de strenge vorst.

Koning winter is oppermachtig

nu hij vorstelijk is uitgedost. Als een dictator beveelt hij sneeuw en ijs

meedogenloos op te rukken.

En elk verzet dat nog de kop opsteekt

zal hij genadeloos onderdrukken. Maar de vorst heerst slechts over t’oppervlak.

Wortels woekeren voort.

En de klokkenluider is de eerste

die het machtsvertoon verstoort. De vorst zal echter killer zijn,

boort het oproer in de grond.

De klokkenluider wordt vermoord

aan het laatste koude front. Maar.... Zijn martelaarschap wordt het symbool

van ondergronds verzet.

Als de klokken heilig zijn verklaard

wordt koning winter afgezet.

IJzig was de heerschappij

van de doorgewinterde vorst,

maar de wortels van het voorjaar

zijn van de strenge vorst verlost.

Wat de vrijgevochten lente, echter

van te voren niet kan weten

is dat haar eigen vrije wortels

nieuwe vorsten kweken.

bottom of page